Een Peugeot Partner 1.6 met e-HDI-motor van 2012 wordt binnengebracht voor de APK-keuring. Na controle blijkt de auto bijna 100% in orde, alleen haalt de auto de controle van de uitlaatgassen niet. Na uitlezen van de verplichte readiness-test blijkt dat niet alle onderdelen van de test zijn afgerond.

Hierop moet verder gezocht worden, te beginnen met het storingsgeheugen van de auto uitlezen. In het storingsgeheugen staat echter niets – wat we al vermoedden omdat het storingslampje ook niet gebrand heeft volgens de eigenaar.

Vervolgens kunnen we nog met onze uitleescomputer “meekijken” met de signalen die het motormanagement meet om tot de juiste aansturing van de motor te komen.

Alle ingaande signalen lijken op het eerste gezicht prima, dus kijken we verder naar de uitgaande signalen. Hierbij valt op dat bij aansturing van de injectors er 1 van de 4 langer aangestuurd wordt. Het motormanagement doet dit om een correctie uit te voeren op de inspuittijd om zo voor een optimale eenparige motorloop te zorgen, dit is meestal een gevolg van een vervuilde of defecte injector.

Nu het uitlezen van storingen, readiness-test en in- en uitgaande signalen van de ECU (het motorregelapparaat of motormanagement) voltooid is, gaan we naar de motor zelf kijken.

Als deze stationair draait, valt op dat er eens in de zoveel tijd een plofje klinkt, en het klinkt alsof deze door de inlaat komt? Ook hangt er een blauwe walm om de motor heen. Na demonteren van de bovenste plastic afdekkap worden de injectors zichtbaar, en we zien duidelijk dat er uitlaatgassen langs de injectors naar buiten lekken! Hierop besluiten we de injectors alle 4 te demonteren.

Bij demontage blijkt dat de lekkage al een tijd aan de gang moet zijn geweest, want niet alleen ligt de ruimte om de injectors heen bovenop de cilinderkop vol met diesel en zwarte aanslag, ook zitten de schachten waar de injectors ingestoken zitten vol met deze vervuiling en de nodige roestvorming.

Met behulp van speciaal gereedschap en een hoop geduld lukt het uiteindelijk alle 4 de injectors te demonteren zonder deze of de cilinderkop waar ze in zitten te beschadigen.

Nu blijkt ook wat er gebeurt is: de koperen afdichtringen onder de injectors (de zogeheten brandplaatjes) zijn lek geraakt! De oorzaak is het lostrillen van de injectors, wat wel eens meer voorkomt bij deze auto’s.

Als gevolg hiervan is niet alleen alles nogal smerig geworden, ook heeft de bestuurder kilometers lang de lekkende uitlaatgassen ingeademd, en is de motorolie in verhoogd tempo vervuild. Dat kan weer gevolgen hebben voor het smeersysteem van de motor.

In overleg met de klant wordt besloten de injectors te laten reviseren bij een dieselspecialist en de motorolie en het oliefilter te vervangen.

Aangezien de vervuiling al een onbekende tijdlang aan de gang is geweest, kan niemand garanderen dat deze motor geen overige schades heeft opgelopen – zoals olieverbruik of een beginnend defect aan de turbo als gevolg van mindere smering. Dit valt tijdens een werkplaatsbezoek ook niet te achterhalen, omdat olieverbruik pas na duizenden kilometers aan het licht komt en inspectie van het inwendige van een turbo betekend dat deze uit elkaar moet worden gehaald – waarbij de kosten inclusief het opnieuw opbouwen zo’n beetje gelijk zijn aan een nieuwe. Daarom wordt na de APK-goedkeuring (nu wordt de readiness-test wèl afgerond!) besloten dat de klant er weer mee op pad gaat, en na 5000 km terugkomt voor controle.

Deze storingen komen veel voor bij de 1.6 HDI motor van Peugeot, maar deze DV6-dieselmotor zit ook in een hoop andere merken waaronder Ford, Volvo en Citroën. Minder goed lopen van de motor wordt te lang niet opgemerkt of genegeerd, en met de lange onderhoudsintervallen krijgt vervuiling langzaamaan de kans een motor om zeep te helpen.

Wij raden aan deze motoren elke 10.000km van nieuw motorolie te voorzien, fabrieksopgave is 20.000 maar er zijn zelfs garages die tot 6000km opgeven!

We hebben destijds ook een bericht gepost hoe het verder is gegaan met deze auto.